dinsdag 17 februari 2015

De donkere kamer van Damokles

Algemene informatie
Titel: De donkere kamer van Damokles
Auteur: Willem Frederik Hermans
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2012, zevenenveertigste druk
Jaar van eerste uitgave: 1958
Aantal pagina’s: 319
Genre
Oorlogsroman, psychologische roman.

Samenvatting
Henri Osewoudt woont samen met zijn vader en moeder in Voorschoten waar zijn vader een sigarenwinkel beheert. Op twaalfjarige leeftijd trekt Henri bij zijn oom Bart Nauta uit Amsterdam in, omdat zijn moeder (die geestelijk niet in orde is) in een vlaag van waanzin
zijn vader heeft vermoord. Henri gaat naar een middelbare school, waar hij een
eenling is en haast geen contact heeft met andere kinderen. Alleen met de
dochter van zijn oom heeft hij enigszins contact. Deze nicht van Henri heet Ria
en is zeven jaar ouder. Beiden zijn niet bepaald aantrekkelijk, maar zij vinden
elkaar wel interessant. Henri heeft al snel een relatie met haar en wanneer hij
achttien is trouwen zij. Wanneer zijn moeder uit de inrichting is ontslagen,
voelt Henri zich verplicht om voor haar te zorgen. Dit doet hij door de
sigarenwinkel van zijn vader voort te zetten en er te gaan wonen met zijn vrouw
en moeder. In deze sigarenwinkel ontwikkelt Henri, naast het verkopen van
sigaren, fotorolletjes. Henri verhuurt een kamer boven de winkel aan student Moorlag
om zo extra geld te verdienen.
Doordat Henri een halve centimeter te klein is om in militaire dienst te kunnen, sluit hij zich aan bij de Burgerwacht. Bij het uitbreken van WO II komt Henri in contact met een legerofficier die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt het evenbeeld van Henri. Dorbeck heeft echter zwart haar en wel baardgroei terwijl Henri donker blond haar en geen baardgroei heeft. Henri ziet tegen Dorbeck op, omdat hij wel baardgroei heeft, in het
leger zit en bewonderenswaardige moed vertoont. Van Dorbeck krijgt Henri een
fotorolletje om te ontwikkelen, de foto's die hierop stonden zou Henri nog
vaker zien. Na de capitulatie snelt Dorbeck naar Henri, hij geeft zijn
legeruniform af (die Henri in zijn tuin begraaft) en leent een pak. Hij weigert
zich over te geven en gaat daarom het verzet in. Dorbeck komt later terug om
het pak terug te geven, hij geeft bovendien nog een rolletje af om te laten
ontwikkelen. In plaats van ze op te halen laat hij aan Henri weten dat hij ze
naar E. Jagtman moet sturen, maar doordat Henri het rolletje verpest heeft
stuurt hij ze niet op. Henri denkt dat op het rolletje foto's van Duitse
legerinstallaties stonden. Hij koopt daarop een Leica en gaat zelf foto's van
Duitse legerinstallaties maken om deze, in plaats van de mislukte foto's van
Dorbeck, op te sturen naar Jagtman.




Van Dorbeck krijgt Henri opdrachten die hem bij het verzet betrekken. Deze opdrachten houden in dat Henri aanhangers van het fascisme moet liquideren. Wanneer Henri het eerste fotorolletje (dat hij van Dorbeck had gekregen) heeft ontwikkeld, blijken er drie foto's gelukt te zijn. Deze foto's zouden later worden gebruikt, zodat men zeker wist dat
degene die de foto bij zich had uit het verzet was. Wanneer Henri langs het
huis van de familie Jagtman gaat komt hij er achter dat de hele familie Jagtman
dood is doordat er op hun huis een vliegtuig is neergestort. Henri zou vier
jaar niks meer horen van Dorbeck.




Na deze vier jaar krijgt hij, doormiddel van een brief, van Dorbeck te horen dat hij de foto's (die hij eigenlijk naar Jagtman moest sturen) naar een ander adres moet sturen. Enkele dagen hierna wordt Henri gebeld door een meisje dat beweert dat ze uit Engeland komt. Het is een Engelse agente die onderdak nodig heeft, Henri neemt haar mee naar zijn oom waar zij tijdelijk kan verblijven. Wanneer Henri terug gaat naar Voorschoten, hoort hij
van Moorlag dat de Duitsers zijn vrouw en moeder hebben opgepakt. Hij vertrekt
hierop naar Leiden met Moorlag waar hij een vals persoonsbewijs laat maken op
naam van Filip van Druten. In Leiden heeft Moorlag een verblijf weten te
regelen voor Henri. Omdat hij een gezocht persoon is laat hij zijn haar zwart
verven, koopt een bril en zet een hoed op. Zijn haar heeft Henri laten verven
door een ondergedoken Joodse vrouw, die in die tijd onder de valse naam
Marianne Sondaar door het leven gaat maar eigenlijk Mirjam Zettenbaum heet.




Henri begint in deze dagen gevoelens te krijgen voor Mirjam. Ze krijgen een relatie. Tijdens zijn verblijf in Leiden blijft Henri opdrachten voor Dorbeck uitvoeren. Wanneer hij van Dorbeck weer een opdracht krijgt, het liquideren van een fanatiek lid van de Gestapo, voert
hij deze dan ook uit.

Henri heeft het gevoel dat het leven dat hij nu leidt, door Dorbeck is gevormd; dat hij nog steeds een saai, ongelukkig leven (met Ria) zou leiden als hij Dorbeck niet had ontmoet. Mirjam spreekt hem hierop tegen en haalt hem over, dat hij toch echt zelf zijn huidige leven heeft gevormd. Wanneer Henri met Mirjam in de bioscoop zit, verschijnt er op het doek
een oproep tot aanhouding van Henri. Henri probeert te vluchten, maar het is te
laat want hij wordt herkend en opgepakt. Henri wordt gemarteld door een zekere
Ebernuss, omdat de Duitsers meer over het verzet willen weten. Hij wordt zo
gemarteld dat hij naar een ziekenhuis moet. Hieruit wordt hij vervolgens weer
bevrijd door mensen die hij niet kent. Wat Henri niet weet is dat zijn
ontsnapping in scène is gezet door de Duitsers. Zij hebben hem laten gaan zodat
hij hen naar andere mensen uit het verzet zou leiden. Nadat Henri is
"ontsnapt" gaat hij ook inderdaad meteen naar zijn vorige
verblijfplaats, de Duitsers arresteren hierop iedereen die in dat huis aanwezig
is (inclusief Mirjam). Ebernuss maakt Henri duidelijk dat hij weet dat de
Duitsers aan de verliezende hand zijn en hij is daarom bereid om te
collaboreren. Ze stappen in een auto en gaan naar de plek waar Henri zijn valse
persoonsbewijs had laten maken. Daar vermoordt hij Ebernuss. In dat huis is
Dorbeck aanwezig, hij en Henri gaan met de auto van Ebernuss naar een leegstaand
huis van Dorbeck. Daar maakt hij met zijn Leica een foto met beide erop.
Dorbeck heeft voor Henri een vermomming, als verpleegster.




De oorlog is nu bijna af gelopen. Henri komt er achter dat Ria hem ontrouw is omdat zij met een NSB'er gaat. Henri vermoordt haar daarom. Nederland is op dit moment voor de helft bevrijd. Henri gaat (door hulp van een arts) naar het bevrijde gedeelte. Hier aangekomen wordt hij meteen gearresteerd omdat men hem ervan verdenkt voor de Duitsers gemoord te hebben. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Henri kan zijn onschuld niet
bewijzen, aangezien Dorbeck onvindbaar is, Mirjam in een kibboets in Israël zit
en iedereen die verder van zijn onschuld wist, dood is. Of Dorbeck wel of niet
bestaat is van essentieel belang. Om dat te bewijzen wordt het fotorolletje van
de Leica ontwikkeld. De foto's mislukken op één na, maar dat is niet de foto
met Dorbeck en Henri erop. Henri verliest hierop zijn zelfcontrole; hij weet
dat hij zijn onschuld nu onmogelijk kan bewijzen en hij wordt doodgeschoten
terwijl hij weg probeert te rennen.


Verwerkingsvragen
Dit boek valt onder het existentialisme.
Kenmerken van deze stroming zijn:

  • Egocentrisme
  • Het absurde
  • Vervreemding
  • Aanwezigheid van een antiheld
Deze kenmerken komen terug in ‘De donkere kamer van Damokles’:
  • Egocentrisme:
    Osewoudt staat centraal in dit verhaal.
    In het begin van het boek is hij ook nog veel met zichzelf bezig. Er worden
    duidelijke beschrijvingen gegeven over het uiterlijk en innerlijk van hem. Zo
    ontdekt hij dat hij lelijk is:
    ‘Osewoudt keek in de spiegel en voelde aan zijn wangen, zijn wangen bleven
    zacht, bol en glad. Op school keek hij om zich heen of er soms om hem gelachen
    werd, hij spitste zijn oren als hij jongens in een groepje bij elkaar zag
    staan, maar iedereen liet hem met rust, omdat zij wisten dat hij elke jongen,
    zelfs de grootste, onmiddellijk tegen de grond slingerde. Zijn judoclubje was
    hij geregeld blijven bezoeken. Zijn voeten vergroeiden ernaar, zij werden breed
    en zeer gespierd over de wreven, het leek of zij zuignappen aan het worden
    waren, hij stond er onverwrikbaar op als waren zij van lood. Normale schoenen
    kon hij niet meer dragen, er moesten bijzondere schoenen naar maat voor hem
    gemaakt worden. Een klein monster, een rechtopstaande pad.’
    (Blz. 18-19)
  • Het absurde:
    Ook absurditeit komt veel in dit verhaal voor. Het is wel erg toevallig dat Henri en Dorbeck, die als twee druppels water op elkaar lijken, elkaar tegenkomen. Ook blijft het voor de lezer onduidelijk waarom Henri alle opdrachten zomaar opvolgt, hoe gruwelijk deze ook zijn. Zoals bijvoorbeeld de eerste moord die hij pleegt.
  • Vervreemding:
    Nadat Osewoudt Dorbeck heeft ontmoet,
    leeft hij als het waren in zijn eigen wereld. Hij is alleen nog bezig met de
    opdrachten en het zoeken naar Dorbeck. Ook heeft hij geen besef meer van wat
    hij aanricht met zijn daden.
  • Aanwezigheid van een antiheld:
    Henri Osewoudt is het perfecte voorbeeld van de antiheld. Hij is lichamelijk onderontwikkeld, laf en eenzaam. Graag zou hij worden zoals Dorbeck, die eigenlijk het tegenovergestelde van hem is. Dit vormt een mooi contrast. Een goed voorbeeld hiervan is een stukje uit een dialoog tussen Henri en Ria, vlak nadat zij Dorbeck voor het eerst gezien hebben:
    ‘- Hij leek precies op jou, zoals een negatief van een foto lijkt op een
    positief.
    -Hij is goedgekeurd voor de militaire dienst, ik niet.
    - Allicht. Jij lijkt op hem zoals een mislukte pudding op een ... weet ik
    veel ... op een pudding die wel gelukt is. Ik lach me dood.’
     (Blz.
    25)
     
    Al deze kenmerken kwamen terug in dit boek, en daarom vind ik het goed in deze stroming passen.




zondag 8 februari 2015

Opdracht stromingsboek: Kaas - Willem Elsschot


Algemene informatie

Titel: Kaas

Auteur: Willem Elsschot (Alfons de Ridder)

Uitgeverij: Querido, Amsterdam

Jaar van uitgave: 1969, zestiende druk

Jaar van eerste uitgave: 1933

Aantal pagina’s: 106

Genre
Het verhaal is een korte roman die zich slechts afspeelt op een beslissend moment in het leven van de hoofdpersoon. Daarom is dit een novelle.

 

Samenvatting
Het verhaal gaat over Frans Laarmans, een klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company in Antwerpen. Hij krijgt van de heer Van Schoonbeke, een goede vriend van zijn broer Jan, die huisarts is, een baan aangeboden. Laarmans zal  groothandelaar in Nederlandse kaas worden, volvette Edammer. Hiermee wil hij ook meer respect verdienen in de vriendengroep waar hij dankzij Schoonbeke terecht is gekomen. Hij voelt zich hier namelijk niet op zijn gemak, omdat iedereen goed werk heeft en daar graag over opschept. Met hulp van zijn broer en op aanraden van zijn vrouw slaagt hij erin tijdelijk (en onbetaald) ziekteverlof te krijgen van zijn baan als klerk bij de scheepswerf, onder het excuus dat hij zou lijden aan een zenuwziekte.
Zo kan Laarmans zich volledig richten op zijn nieuwe handeltje, maar wordt zo meegesleept door zijn nieuwe werk als koopman dat hij zich alleen bezighoudt met de organisatie en inrichting van zijn ‘kantoor’, het ontwerp van zijn briefpapier en de werving van agenten in zijn district, dat bestaat uit België en het groothertogdom Luxemburg. De naamgeving van het bedrijf kost hem ook nog veel denktijd. Hij komt uiteindelijk uit op ‘Gafpa’, wat staat voor ‘General Antwerp Feeding Products Association. Door zich te richten op al deze zaken verliest hij het belangrijkste doel van zijn organisatie uit het oog: de verkoop. Als zijn eerste zending van 20 ton kaas arriveert van de leverancier Hornstra uit Amsterdam weet hij dan ook niet goed wat hij moet doen. Inmiddels is zijn naam als koopman wel een garantie geworden voor zijn positie in de hogere kringen van zijn vriend Van Schoonbeke.
In de harde praktijk is Laarmans echter niet geschikt voor zijn werk en hij blijkt niet in staat om ook maar de geringste hoeveelheid kaas te kunnen verkopen. Zijn aangeworven agenten blijken merendeels onervaren verkopers die ook nog niks verkocht hebben. Zijn vrouw lijdt onder het gehele proces en ook zijn kinderen hebben het zwaar te verduren, al doen zij hun best om hun vader bij te staan. Zo proberen zij zelfs kaas te verkopen aan de ouders van kinderen uit hun klas. De collega’s van de scheepswerf komen soms op bezoek om te zien hoe het met Laarmans gaat, daarom hij moet voortdurend oppassen dat hij geen ze tegenkomt als hij over straat loopt met zijn bollen kaas.
Uiteindelijk geeft hij zijn koopmanschap op, na slechts enkele bollen kaas verkocht te hebben. Hij keert terug naar de scheepswerf in zijn oude baan als eenvoudige klerk, waar hij met open armen ontvangen wordt door zijn oude collega’s.
Een paar dagen later ontvangt hij allerlei bestelformulieren van zijn agenten, waaruit blijkt dat er toch wel heel veel verkocht was. Het is dan echter al te laat, aangezien hij zijn werk al heeft opgezegd.

Verwerkingsvragen
De stroming van dit boek is de nieuwe zakelijkheid. Het is een reactie op het expressionisme, waarin men zo ‘mooi’ mogelijk probeerde te schrijven. Zoals de naam ‘nieuwe zakelijkheid’ al zegt, is de stijl erg zakelijk. Het is een stroming die streeft naar soberheid. Belangrijk is dat overbodige dingen worden weggelaten. Een aantal literaire kenmerken van deze stroming zijn:

  • Zo weinig mogelijk gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
  • Korte zinnen
  • Aandacht voor onderwerpen zoals het zakenleven of de stad
  • Weinig aandacht voor emoties

De kenmerken komen terug in het boek als volgt:

  • Het taalgebruik is erg kort en zakelijk. Er zijn weinig beschrijvingen en de zinnen zijn kort. Als voorbeeld heb ik een willekeurig stukje uit het verhaal gekozen, aangezien alles in deze stijl is geschreven.
    ‘De laatste dag is aangebroken. Ik ben in bed gebleven tot half tien en door langzaam koffie te drinken ben ik tot half elf geraakt. De krant lezen kan ik niet. Ik trek dus naar maar naar mijn kantoor zoals een hond, die niet weet wat te doen, naar zijn hok trekt. En opeens krijg ik een ingeving.’ (Blz. 96)
    Hierin is duidelijk te zien dat de handelingen zakelijk en kort worden beschreven.
  • Duidelijk is ook de aandacht voor onderwerpen zoals het zakenleven. Het hele boek gaat namelijk over de kaashandel van Laarmans. Om dit toe te lichten is een citaat overbodig, aangezien in het gehele boek over zaken en de stad wordt gesproken.
  • Omdat het boek in zodanig zakelijke taal is geschreven, is er ook weinig aandacht voor emoties aanwezig. Neem bijvoorbeeld het einde van het boek, wanneer de kaashandel gestopt is. Over dit verlies wordt vrij makkelijk gedaan:
    ‘Thuis wordt nooit meer over kaas gesproken. Zelfs Jan heeft geen woord meer gerept over de kist die hij zo schitterend verkocht had en Ida is stom als een vis. Misschien wordt de sukkel op ’t gymnasium nog steeds kaasboerin genoemd. Wat mijn vrouw betreft, die zorgt ervoor, dat geen kaas meer op tafel komt.’ (Blz. 106)

Ik vind het boek een erg goed voorbeeld voor een stromingsboek uit de Nieuwe Zakelijkheid. De soberheid komt duidelijk naar voren.

Stromingsboek: Het Noodlot - Louis Couperus


Voor deze opdracht moesten wij een stromingsboek lezen. Ik heb hierbij gekozen voor Noodlot van Louis Couperus. Dit boek valt onder het Naturalisme.
Titel: Noodlot
Auteur: Louis Couperus

Uitgeverij: Veen, Amsterdam

Jaar van uitgave: 1991, negentiende druk
Jaar van eerste uitgave: 1891
Aantal pagina’s: 157

Genre
Noodlot van Louis Couperus is een psychologische roman. Gevoel en emotie spelen een belangrijke rol in dit boek. Ook is er veel aandacht voor motieven en de ontwikkeling van de personages.

Samenvatting
Frank Westhove, een Nederlandse ingenieur, woont in een luxe villa in Londen. Bij toeval komt hij daar Robert van Maeren, ook wel Bertie genoemd, tegen. Dit is een vriend van Frank van vroeger. Bertie is armoedig en vraagt Frank om hulp, dus laat Frank hem verblijven in zijn huis. De twee worden weer goede vrienden en al snel is Bertie gewend aan het luxe leven. Wanneer ze zich vervelen, besluiten ze op vakantie naar Noorwegen te gaan.
Eenmaal in Noorwegen aangekomen, ontmoeten Frank en Bertie Sir Archibald en zijn dochter Eve. Al snel worden Frank en Eve verliefd op elkaar. Bertie vindt dit echter niet leuk, omdat hij bang is dat dit de vriendschap met Frank zal verpesten en dat hij weer een armoedig leven zal moeten leiden. Hij wordt goed bevriend met Eve en hij probeert haar aan het twijfelen te brengen over de relatie met Frank. Dit is voor Eve heel geloofwaardig, omdat Bertie voor haar als een broer is.
Wanneer Eve Frank ziet lopen met een ander meisje, confronteert zij hem hiermee. Dit maakt Frank woedend, en om haar wantrouwen te straffen slaat hij haar zelfs. De twee gaan uit elkaar en Bertie denkt dat hij Frank weer voor zichzelf heeft. Na een tijdje krijgt Frank echter spijt, en hij besluit brieven te schrijven aan Eve. Bertie weet hiervan, en zorgt dat de bediende van Sir Archibald al deze brieven onderschept.
Frank, die geen antwoord op zijn brieven ontvangt, besluit samen met Bertie te gaan reizen. Twee jaar lang reizen zij over de wereld. Wanneer ze in Scheveningen zijn, komen ze Eve en Sir Archibald tegen. De liefde tussen de twee is direct weer terug. Al snel komen Frank en Eve erachter dat de brieven zijn onderschept, en dat Bertie hier verantwoordelijk voor is. Frank wordt zo boos dat hij Bertie doodslaat. Wanneer hij realiseert wat hij gedaan heeft, geeft hij zichzelf aan bij de politie. Zo komt hij twee jaar lang in de gevangenis terecht.
Nadat Frank zijn straf heeft uitgezeten, komt hij terug bij Eve. Beide leven een ongelukkig leven en Eve heeft veel last van hallucinaties. Na een tijdje ziet Frank het niet meer zitten en besluit hij zelfmoord te plegen met vergif. Eve ziet dit als een uitweg en een groot geluk om samen te sterven. Beiden drinken uit het flesje en zo sterven zij samen.

Verwerkingsvragen
De stroming van dit boek is het Naturalisme. Dit is een stroming die voortkomt uit het realisme. Volgens deze stroming wordt het leven bepaald door drie factoren, namelijk: de erfelijke aanleg, de tijd waarin men leeft en het milieu waarin men opgroeit.
Over het algemeen zijn naturalistische romans pessimistisch en somber. Er ligt veel nadruk op het noodlot (fatalisme) en onbewuste gevoelens of emoties. Vaak bevatten de verhalen uitgebreide beschrijvingen van bepaalde dingen.

Deze kenmerken komen terug in het boek als volgt:
  • Zoals eerder genoemd wordt het leven volgens het naturalisme bepaald door drie factoren. Het milieu waar men in opgroeit speelt een zeer belangrijke rol bij de karakters in dit boek. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is Bertie. Zijn armoedige verleden lijkt steeds nog terug te keren en dit beïnvloedt zijn gedrag in grote mate. Hij is bang dat hij weer zal belanden in het leven uit zijn verleden:


    ‘Frank zou trouwen en... hij, Bertie? Waar zou hij blijven, wat zou er van hem worden? Zwaar gevoelde hij de noodlottigheid van het leven, en de onrechtvaardigheid der levens aaneenschakelingen en hij zag in, dat hij zijn eigen ongeluk had opgeroepen door slechts een enkel woord... Een enkel woord: Noorwegen! Noorwegen, Eve, Franks liefde, Franks aanstaand huwelijk, zijn eigen ondergang, hoe hatelijk duidelijk zag hij die enkele schakelen zijner levensketen in elkaar geklonken!’ (Blz. 42)

  • Er is veel aandacht voor emoties en deze worden uitgebreid beschreven. Een goed voorbeeld hiervan zijn de gevoelens van Eve, wanneer zij denkt dat Frank een ander heeft:


    Zij sidderde meer en meer, en toen kwam het weer over haar en in haar: dat van dat oog, van die stem, dat vreemde, dat was als een hypnose van een geestelijke invloed: dat, wat heur vader niet had kunnen begrijpen. Wat zij nu uitte, scheen haar voorgezegd te worden door de stem, en haar houding en gelaatsuitdrukking schenen een pose te zijn, waartoe de blik van het oog haar noodzaakte. En zeer intens voelde zijzelve: dat die blik donker was, als een nacht.’ (Blz. 83)
    Veel van deze emoties zijn somber ofwel pessimistisch, wat ook een kenmerk is voor het Naturalisme.

  • Een ander belangrijk aspect van naturalisme is het fatalisme: het lot is al bepaald en je kan het niet veranderen. De titel van het boek zegt dit eigenlijk al in één woord: Noodlot. Ook bij veel handelingen in het boek wordt de oorzaak toegekend aan het noodlot. Een mooi voorbeeld hiervan staat in het laatste hoofdstuk van het boek, wanneer Frank zelfmoord gaat plegen met het vergif en Eve dit probeert te voorkomen door het flesje weg te gooien:


    Het was gevallen op de afhangende plooien van een gordijn; het was niet gebroken, slechts gebarsten. Maar er was geen druppel uit gestort. –Frank! gilde zij, in haar opzweving van extase. Frank, zie, het is niet gebroken, het is heel! Het is het Noodlot, dat het niet heeft willen laten breken!’ (Blz. 156)

  • Dit boek bevat veel uitgebreide beschrijvingen, wat ook een kenmerk van het Naturalisme is. Vaak staan er bijna gehele pagina’s uit het verhaal vol met slechts beschrijvingen, zo wordt er eigenlijk vrij weinig gezegd met heel veel woorden. Een voorbeeld hiervan is een stukje van de beschrijving van het landschap in Noorwegen:


    ‘Het lange fjord lag recht voor hen, als een ranke reep wazig stil water, omketend door zijn, in regenmist wegrijzende bergen. In die mist waren zij als doorschijnend, schimmen van bergen gelijk, vaag van lijn, Lauparen en Vengetinder, Trolltinder en Romsdalhorn, hoog optreurend in de nijdig fronsende lucht, die, door stortregen opgezwollen, vuilzwarte wolken langs hun koppen voortslierde en in het zwijgende water een donkere schaduw neersloeg.’ (Blz. 33)


Zoals te zien in deze voorbeelden bevat dit boek dus vele aspecten van het Naturalisme. Het komt er duidelijk naar voren, zelfs in de titel. Ik vind dit dus ook een zeer representatief boek voor het Naturalisme.