dinsdag 17 februari 2015

De donkere kamer van Damokles

Algemene informatie
Titel: De donkere kamer van Damokles
Auteur: Willem Frederik Hermans
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2012, zevenenveertigste druk
Jaar van eerste uitgave: 1958
Aantal pagina’s: 319
Genre
Oorlogsroman, psychologische roman.

Samenvatting
Henri Osewoudt woont samen met zijn vader en moeder in Voorschoten waar zijn vader een sigarenwinkel beheert. Op twaalfjarige leeftijd trekt Henri bij zijn oom Bart Nauta uit Amsterdam in, omdat zijn moeder (die geestelijk niet in orde is) in een vlaag van waanzin
zijn vader heeft vermoord. Henri gaat naar een middelbare school, waar hij een
eenling is en haast geen contact heeft met andere kinderen. Alleen met de
dochter van zijn oom heeft hij enigszins contact. Deze nicht van Henri heet Ria
en is zeven jaar ouder. Beiden zijn niet bepaald aantrekkelijk, maar zij vinden
elkaar wel interessant. Henri heeft al snel een relatie met haar en wanneer hij
achttien is trouwen zij. Wanneer zijn moeder uit de inrichting is ontslagen,
voelt Henri zich verplicht om voor haar te zorgen. Dit doet hij door de
sigarenwinkel van zijn vader voort te zetten en er te gaan wonen met zijn vrouw
en moeder. In deze sigarenwinkel ontwikkelt Henri, naast het verkopen van
sigaren, fotorolletjes. Henri verhuurt een kamer boven de winkel aan student Moorlag
om zo extra geld te verdienen.
Doordat Henri een halve centimeter te klein is om in militaire dienst te kunnen, sluit hij zich aan bij de Burgerwacht. Bij het uitbreken van WO II komt Henri in contact met een legerofficier die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt het evenbeeld van Henri. Dorbeck heeft echter zwart haar en wel baardgroei terwijl Henri donker blond haar en geen baardgroei heeft. Henri ziet tegen Dorbeck op, omdat hij wel baardgroei heeft, in het
leger zit en bewonderenswaardige moed vertoont. Van Dorbeck krijgt Henri een
fotorolletje om te ontwikkelen, de foto's die hierop stonden zou Henri nog
vaker zien. Na de capitulatie snelt Dorbeck naar Henri, hij geeft zijn
legeruniform af (die Henri in zijn tuin begraaft) en leent een pak. Hij weigert
zich over te geven en gaat daarom het verzet in. Dorbeck komt later terug om
het pak terug te geven, hij geeft bovendien nog een rolletje af om te laten
ontwikkelen. In plaats van ze op te halen laat hij aan Henri weten dat hij ze
naar E. Jagtman moet sturen, maar doordat Henri het rolletje verpest heeft
stuurt hij ze niet op. Henri denkt dat op het rolletje foto's van Duitse
legerinstallaties stonden. Hij koopt daarop een Leica en gaat zelf foto's van
Duitse legerinstallaties maken om deze, in plaats van de mislukte foto's van
Dorbeck, op te sturen naar Jagtman.




Van Dorbeck krijgt Henri opdrachten die hem bij het verzet betrekken. Deze opdrachten houden in dat Henri aanhangers van het fascisme moet liquideren. Wanneer Henri het eerste fotorolletje (dat hij van Dorbeck had gekregen) heeft ontwikkeld, blijken er drie foto's gelukt te zijn. Deze foto's zouden later worden gebruikt, zodat men zeker wist dat
degene die de foto bij zich had uit het verzet was. Wanneer Henri langs het
huis van de familie Jagtman gaat komt hij er achter dat de hele familie Jagtman
dood is doordat er op hun huis een vliegtuig is neergestort. Henri zou vier
jaar niks meer horen van Dorbeck.




Na deze vier jaar krijgt hij, doormiddel van een brief, van Dorbeck te horen dat hij de foto's (die hij eigenlijk naar Jagtman moest sturen) naar een ander adres moet sturen. Enkele dagen hierna wordt Henri gebeld door een meisje dat beweert dat ze uit Engeland komt. Het is een Engelse agente die onderdak nodig heeft, Henri neemt haar mee naar zijn oom waar zij tijdelijk kan verblijven. Wanneer Henri terug gaat naar Voorschoten, hoort hij
van Moorlag dat de Duitsers zijn vrouw en moeder hebben opgepakt. Hij vertrekt
hierop naar Leiden met Moorlag waar hij een vals persoonsbewijs laat maken op
naam van Filip van Druten. In Leiden heeft Moorlag een verblijf weten te
regelen voor Henri. Omdat hij een gezocht persoon is laat hij zijn haar zwart
verven, koopt een bril en zet een hoed op. Zijn haar heeft Henri laten verven
door een ondergedoken Joodse vrouw, die in die tijd onder de valse naam
Marianne Sondaar door het leven gaat maar eigenlijk Mirjam Zettenbaum heet.




Henri begint in deze dagen gevoelens te krijgen voor Mirjam. Ze krijgen een relatie. Tijdens zijn verblijf in Leiden blijft Henri opdrachten voor Dorbeck uitvoeren. Wanneer hij van Dorbeck weer een opdracht krijgt, het liquideren van een fanatiek lid van de Gestapo, voert
hij deze dan ook uit.

Henri heeft het gevoel dat het leven dat hij nu leidt, door Dorbeck is gevormd; dat hij nog steeds een saai, ongelukkig leven (met Ria) zou leiden als hij Dorbeck niet had ontmoet. Mirjam spreekt hem hierop tegen en haalt hem over, dat hij toch echt zelf zijn huidige leven heeft gevormd. Wanneer Henri met Mirjam in de bioscoop zit, verschijnt er op het doek
een oproep tot aanhouding van Henri. Henri probeert te vluchten, maar het is te
laat want hij wordt herkend en opgepakt. Henri wordt gemarteld door een zekere
Ebernuss, omdat de Duitsers meer over het verzet willen weten. Hij wordt zo
gemarteld dat hij naar een ziekenhuis moet. Hieruit wordt hij vervolgens weer
bevrijd door mensen die hij niet kent. Wat Henri niet weet is dat zijn
ontsnapping in scène is gezet door de Duitsers. Zij hebben hem laten gaan zodat
hij hen naar andere mensen uit het verzet zou leiden. Nadat Henri is
"ontsnapt" gaat hij ook inderdaad meteen naar zijn vorige
verblijfplaats, de Duitsers arresteren hierop iedereen die in dat huis aanwezig
is (inclusief Mirjam). Ebernuss maakt Henri duidelijk dat hij weet dat de
Duitsers aan de verliezende hand zijn en hij is daarom bereid om te
collaboreren. Ze stappen in een auto en gaan naar de plek waar Henri zijn valse
persoonsbewijs had laten maken. Daar vermoordt hij Ebernuss. In dat huis is
Dorbeck aanwezig, hij en Henri gaan met de auto van Ebernuss naar een leegstaand
huis van Dorbeck. Daar maakt hij met zijn Leica een foto met beide erop.
Dorbeck heeft voor Henri een vermomming, als verpleegster.




De oorlog is nu bijna af gelopen. Henri komt er achter dat Ria hem ontrouw is omdat zij met een NSB'er gaat. Henri vermoordt haar daarom. Nederland is op dit moment voor de helft bevrijd. Henri gaat (door hulp van een arts) naar het bevrijde gedeelte. Hier aangekomen wordt hij meteen gearresteerd omdat men hem ervan verdenkt voor de Duitsers gemoord te hebben. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Henri kan zijn onschuld niet
bewijzen, aangezien Dorbeck onvindbaar is, Mirjam in een kibboets in Israël zit
en iedereen die verder van zijn onschuld wist, dood is. Of Dorbeck wel of niet
bestaat is van essentieel belang. Om dat te bewijzen wordt het fotorolletje van
de Leica ontwikkeld. De foto's mislukken op één na, maar dat is niet de foto
met Dorbeck en Henri erop. Henri verliest hierop zijn zelfcontrole; hij weet
dat hij zijn onschuld nu onmogelijk kan bewijzen en hij wordt doodgeschoten
terwijl hij weg probeert te rennen.


Verwerkingsvragen
Dit boek valt onder het existentialisme.
Kenmerken van deze stroming zijn:

  • Egocentrisme
  • Het absurde
  • Vervreemding
  • Aanwezigheid van een antiheld
Deze kenmerken komen terug in ‘De donkere kamer van Damokles’:
  • Egocentrisme:
    Osewoudt staat centraal in dit verhaal.
    In het begin van het boek is hij ook nog veel met zichzelf bezig. Er worden
    duidelijke beschrijvingen gegeven over het uiterlijk en innerlijk van hem. Zo
    ontdekt hij dat hij lelijk is:
    ‘Osewoudt keek in de spiegel en voelde aan zijn wangen, zijn wangen bleven
    zacht, bol en glad. Op school keek hij om zich heen of er soms om hem gelachen
    werd, hij spitste zijn oren als hij jongens in een groepje bij elkaar zag
    staan, maar iedereen liet hem met rust, omdat zij wisten dat hij elke jongen,
    zelfs de grootste, onmiddellijk tegen de grond slingerde. Zijn judoclubje was
    hij geregeld blijven bezoeken. Zijn voeten vergroeiden ernaar, zij werden breed
    en zeer gespierd over de wreven, het leek of zij zuignappen aan het worden
    waren, hij stond er onverwrikbaar op als waren zij van lood. Normale schoenen
    kon hij niet meer dragen, er moesten bijzondere schoenen naar maat voor hem
    gemaakt worden. Een klein monster, een rechtopstaande pad.’
    (Blz. 18-19)
  • Het absurde:
    Ook absurditeit komt veel in dit verhaal voor. Het is wel erg toevallig dat Henri en Dorbeck, die als twee druppels water op elkaar lijken, elkaar tegenkomen. Ook blijft het voor de lezer onduidelijk waarom Henri alle opdrachten zomaar opvolgt, hoe gruwelijk deze ook zijn. Zoals bijvoorbeeld de eerste moord die hij pleegt.
  • Vervreemding:
    Nadat Osewoudt Dorbeck heeft ontmoet,
    leeft hij als het waren in zijn eigen wereld. Hij is alleen nog bezig met de
    opdrachten en het zoeken naar Dorbeck. Ook heeft hij geen besef meer van wat
    hij aanricht met zijn daden.
  • Aanwezigheid van een antiheld:
    Henri Osewoudt is het perfecte voorbeeld van de antiheld. Hij is lichamelijk onderontwikkeld, laf en eenzaam. Graag zou hij worden zoals Dorbeck, die eigenlijk het tegenovergestelde van hem is. Dit vormt een mooi contrast. Een goed voorbeeld hiervan is een stukje uit een dialoog tussen Henri en Ria, vlak nadat zij Dorbeck voor het eerst gezien hebben:
    ‘- Hij leek precies op jou, zoals een negatief van een foto lijkt op een
    positief.
    -Hij is goedgekeurd voor de militaire dienst, ik niet.
    - Allicht. Jij lijkt op hem zoals een mislukte pudding op een ... weet ik
    veel ... op een pudding die wel gelukt is. Ik lach me dood.’
     (Blz.
    25)
     
    Al deze kenmerken kwamen terug in dit boek, en daarom vind ik het goed in deze stroming passen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten